BNB 2002/402
Uitlegging van convenant met verzekeraars in cassatie toetsbaar. Geen invloed van unit-linked producten op de bepaling van de intrestvoet bij herrekening van premiereserve; compartimentering van vervreemdingswinst op onroerende zaken
HR 12-07-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5801, m.nt. G. Slot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
36954
- Conclusie
A-G mr. Groeneveld
- Noot
G. Slot
- LJN
AD5801
- JCDI
JCDI:ADS888630:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD5801, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑07‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD5801, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2002
- Wetingang
Algemeen; art. 8 en 29 Wet Vpb. 1969; art. 49, derde lid, Wet IB 1964; art. 13, eerste lid, Overeenkomst Nederland-Verenigd Koninkrijk tvvdb
Essentie
Uitlegging van convenant met verzekeraars in cassatie toetsbaar. Geen invloed van unit-linked producten op de bepaling van de intrestvoet bij herrekening van premiereserve; compartimentering van vervreemdingswinst op onroerende zaken
Samenvatting
Belanghebbende, een levensverzekeraar, wil haar premiereserve herrekenen naar zwaardere grondslagen. Het Hof oordeelt dat daarbij ter bepaling van de intrestvoet op grond van het tussen een aantal verzekeringsmaatschappijen en de Staatssecretaris van Financiën gesloten Convenant, het resultaat op zogenoemde unit-linked producten moet worden meegerekend. De Hoge Raad oordeelt dat, nu het Convenant behoudens enige redactionele wijzigingen is overgenomen in het thans geldende Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.