BNB 1999/178
Precariorecht. Ongelijke behandeling van voorwerpen met en zonder reclame
HR 03-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2687, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 1999
- Magistraten
Stoffer; Fleers; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
33 121
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA2687
- JCDI
JCDI:ADS887985:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2687, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1999
- Wetingang
Gelijkheidsbeginsel; détournement de pouvoir; art. 277, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, gemeentewet oud en Precarioverordening 1972 gemeente 's-Gravenhage
Essentie
Precariorecht. Ongelijke behandeling van voorwerpen met en zonder reclame
Samenvatting
Belanghebbende is in de precarioheffing betrokken wegens het boven openbare gemeentegrond hebben van drie voorwerpen met reclame, te weten twee lichtbakken en een markies. Dergelijke voorwerpen zonder reclame worden niet belast.
HR: Het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat de gemeentelijke wetgever zijn bevoegdheid precariorechten te heffen heeft gebruikt voor een ander doel (nl. om reclame-uitingen tegen te gaan) dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven. De gemeente mag bepaalde voorwerpen wel en andere niet in de heffing betrekken en daarbij is het gebruik van voorwerpen voor reclame als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.