WFR 1998/741
HR, 06-05-1998, nr. 33 168
HR 06-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2506
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 mei 1998
- Zaaknummer
33 168
- LJN
AA2506
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2506, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑05‑1998
- Wetingang
Uitspraak
Belanghebbende, X BV c.s., die zich onder meer bezighoudt met een containerhandel, vormde met ingang van 1 juni 1990 een fiscale eenheid ex art. 7, vierde lid, Wet OB 1968. Een van de ondernemingen, A BV, hield tot 1 oktober 1990 alle aandelen B BV, eveneens deel uitmakend van X BV c.s. Op die datum werden die aandelen overgedragen aan C. Vanaf 30 oktober 1990 is in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek bij X BV c.s. een onderzoek ingesteld door de gemeentepolitie te Q en de Belastingdienst wegens het vermoeden dat onderdelen van X BV c.s. betrokken waren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.