BNB 1953/106
HR, 25-02-1953, nr. 11 200
HR 25-02-1953, ECLI:NL:HR:1953:AY3207, m.nt. H.J. Hellema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 februari 1953
- Magistraten
Nypels; Smits; Rijn Van Alkemade, Van; Wiarda; Loos, Van Der
- Zaaknummer
11 200
- Noot
H.J. Hellema
- LJN
AY3207
- JCDI
JCDI:ADS883870:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:AY3207, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑02‑1953
- Wetingang
(7e U.v.b. IB '41, art. 1)
Samenvatting
Belastingplichtige heeft bij zijn aangifte vermeld dat deze op een bepaald punt - een aandeel in een nalatenschap en de opbrengst daarvan - op een schatting berust en dat de aangifte op dat punt zodra mogelijk zal worden aangevuld, terwijl de inspecteur de aanslag heeft opgelegd conform de aangifte. Indien vervolgens de inspecteur, nadat hem de juiste gegevens - leidende tot veel hogere dan de geschatte bedragen - zijn verschaft, navordert, kan de raad van beroep, gesteld voor de vraag of een nieuw feit al dan niet ontbreekt, niet volstaan met de vaststelling dat de inspecteur had moeten begrijpen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.