Belastingblad 2005/395
De in art. 229b, eerste lid, Gemeentewet neergelegde opbrengstnorm dient naar de bedoeling van de wetgever uitsluitend te worden toegepast op het totaal van de in een verordening geregelde rechten. De in een verordening geregelde individuele rechten kunnen wel worden getoetst aan algemene rechtsbeginselen. Dat op een individueel recht bijna 40% winst wordt gemaakt, noopt op zichzelf niet tot de conclusie dat sprake is van willekeurige en onredelijke belastingheffing
HR 04-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AP1951
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2005
- Zaaknummer
38 860
- LJN
AP1951
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AP1951, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AP1951, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2005
Essentie
De in art. 229b, eerste lid, Gemeentewet neergelegde opbrengstnorm dient naar de bedoeling van de wetgever uitsluitend te worden toegepast op het totaal van de in een verordening geregelde rechten. De in een verordening geregelde individuele rechten kunnen wel worden getoetst aan algemene rechtscommit; beginselen. Dat op een individueel recht bijna 40% winst wordt gemaakt, noopt op zichzelf niet tot de conclusie dat sprake is van willekeurige en onredelijke belastingheffing
Uitspraak
Heffing, bezwaar en geding voor het Hof
Van belanghebbende is bij nota, gedagtekend 16 augustus 1999, ter zake van de afgifte van een paspoort een bedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.