BNB 1994/193
HR, 27-04-1994, nr. 29 210
HR 27-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5658, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 april 1994
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 210
- Noot
Van Dijck
- LJN
ZC5658
- JCDI
JCDI:ADS887229:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5658, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑04‑1994
- Wetingang
Art. 36, eerste lid letter b, Wet IB 1964
Samenvatting
Grotendeels in een kantoorruimte thuis verworven inkomsten van een leraar
Belanghebbende is werkzaam als leraar in een volledige dienstbetrekking van 29 lesuren per week. Meer dan de helft van zijn werktijd brengt hij thuis in zijn kantoorruimte door met voorbereiden van de lessen, correctiewerk enz.
's Hofs oordeel dat belanghebbende zijn inkomsten grotendeels in zijn kantoorruimte thuis verwerft, wordt door de Staatssecretaris bestreden op grond dat de kern van de werkzaamheden wordt gevormd door belanghebbendes lesgevende taak voor de klas, waaraan de overige werkzaamheden dienstbaar zijn.
HR: nu belanghebbende, die slechts uit zijn dienstbetrekking van leraar inkomsten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.