BNB 1999/167
Verwerking betalingen moedervennootschap. Vertrouwen dat coördinatie van standpunten plaatsvindt tussen betrokken inspecteurs
HR 23-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2280, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
33 813
- Noot
R.J. de Vries
- LJN
AA2280
- JCDI
JCDI:ADS887979:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2280, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑1998
- Wetingang
Essentie
Verwerking betalingen moedervennootschap. Vertrouwen dat coördinatie van standpunten plaatsvindt tussen betrokken inspecteurs
Samenvatting
Alle aandelen van belanghebbende, X BV, worden (indirect) gehouden door een in Japan gevestigde moedermaatschappij. Bij belanghebbende waren in de jaren 1984-1989 enige Japanse werknemers tewerkgesteld die, naast hun salaris van belanghebbende, betalingen ontvingen van de moedermaatschappij. Deze heeft die betalingen niet aan belanghebbende doorbelast. In het boekjaar 1989/90 heeft belanghebbende de betalingen als informeel gestort kapitaal ten laste van haar fiscale resultaat gebracht. Zij beroept zich daarbij op een schriftelijke verklaring van de moedermaatschappij d.d. 28 mei 1995, dat de betalingen betrekking hadden op diensten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.