BNB 1971/113
HR, 24-03-1971, nr. 16 496
HR 24-03-1971, ECLI:NL:HR:1971:AX4984, m.nt. M.J.H. Smeets
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 1971
- Magistraten
Rijn Van Alkemade, Van; Eijssen; Linde, Van Der; Polak; Vroom
- Zaaknummer
16 496
- Noot
M.J.H. Smeets
- LJN
AX4984
- JCDI
JCDI:ADS885207:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AX4984, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑1971
- Wetingang
(Art. 14 IB '64)
Samenvatting
De strekking van art. 14 IB '64 brengt mee, dat bij onteigening van een bedrijfspand tot de in dat art. bedoelde vergoeding, welke wegens het verlies daarvan werd verkregen, behoort te worden gerekend niet alleen de vergoeding voor de werkelijke waarde van hetgeen voor de bel.pl. verloren ging, maar ook hetgeen hem juist met het oog op de vervanging daarvan werd verstrekt. Dit betekent echter niet dat de schadevergoeding, voor zover de waarde van het onteigende te boven gaande, steeds en geheel moet worden beschouwd als vastgesteld met het oog op de vervanging daarvan. Mogelijk is dat daarin bestanddelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.