V-N 2005/12.30
MILIEUHEFFINGEN Afvalstoffenbelasting. Stortplaats kan ook na beeïndiging stortactiviteiten worden aangemerkt als inrichting. Dit lijdt uitzondering als sprake is van een werk
HR 11-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS5794, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 februari 2005
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
39 179
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AS5794
- JCDI
JCDI:ADS904405:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS5794, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑02‑2005
- Wetingang
Art. 12, eerste lid, onderdeel c, Wbm; art. 1.1, eerste lid , Wet milieubeheer
Essentie
MILIEUHEFFINGEN Afvalstoffenbelasting. Stortplaats kan ook na beeïndiging stortactiviteiten worden aangemerkt als inrichting. Dit lijdt uitzondering als sprake is van een werk
Samenvatting
Aan belanghebbende, de gemeente Bergen op Zoom, is in 1988 vergunning verleend voor het storten van afval op de stortplaats Kragge I. De vergunning hield in dat de stortactiviteiten beëindigd moesten zijn op 1 januari 1989. In mei 1990 zijn de stortactiviteiten op Kragge I beëindigd. Nadien zijn de voorschriften van de vergunning gewijzigd. Bepaald werd dat het stortlichaam moest worden voorzien van een voorlopige afdekkingslaag en zo spoedig mogelijk van een definitieve eindafwerkingsconstructie. In de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.