HR, 23-06-1993, nr. 29 055

Documentgegevens:

HR 23-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5391, m.nt. P.J. Wattel

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 juni 1993
Magistraten: Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann
Zaaknummer: 29 055
Noot: P.J. Wattel
LJN: ZC5391
JCDI: JCDI:ADS887168:1
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1993:ZC5391, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1993
Wetingang: Art. 21 AWR; art. 6 EVRM

Samenvatting

Naheffing van loonbelasting. Brutering. Geen strijd met het ne-bis-in-idembeginsel, neergelegd in par. 19, derde lid, LAB 1984. Tijdige mededeling van de grond voor de verhoging. Geen undue delay

Belanghebbende, een voetbalvereniging, heeft in november of december 1984 f 73 700 aan loon betaald zonder inhouding en afdracht van loonbelasting. Het vonnis in de daarop gevolgde strafzaak tegen haar administrateur is inmiddels onherroepelijk geworden. Belanghebbende heeft de verschuldigde loonbelasting voor haar rekening genomen ingevolge een daartoe genomen besluit.

HR: belanghebbendes opvatting dat paragraaf 19, derde lid, LAB 1984 meebrengt dat de verhoging dient te worden kwijtgescholden, is onjuist. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.