BNB 1990/240
HR, 23-05-1990, nr. 26 685
HR 23-05-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4295, m.nt. P. den Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Zuurmond
- Zaaknummer
26 685
- Noot
P. den Boer
- LJN
ZC4295
- JCDI
JCDI:ADS660375:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4295, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1990
- Wetingang
(Art. 45 Wet IB 1964, art. 27 en 49 AWR, art. 6, eerste lid, EVRM)
Samenvatting
Zogenaamde lijfrente-overeenkomst met Belg is in feite overeenkomst van geldlening met bank. Geen oneigenlijk gebruik door Inspecteur van bevoegdheid gegevens te vergaren bij bank. Behandeling ,,within reasonable time'': i.c. geen overschrijding van redelijke termijn
Belanghebbende heeft met een inwoner van Belgie een ,,lijfrente-overeenkomst'' gesloten. Deze Belg heeft de koopsom aan belanghebbende voldaan met gelden welke hem door de bank van belanghebbende ter beschikking zijn gesteld. Naar aanleiding van informatie, afkomstig uit de kredietdossiers van de bank, heeft de Inspecteur het standpunt ingenomen dat van een lijfrente-overeenkomst in feite geen sprake is en dat belanghebbende mitsdien ten onrechte de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.