WFR 2003/1529
Aan in liquidatie getreden BV opgelegde navorderingsaanslag is niet van rechtswege nietig. Indien na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser opkomt, kan de vereffening ingevolge art. 2:23c, eerste lid, BW worden heropend. Aanvang bezwaartermijn in geval van (heropening) vereffening. Motiveringsklachten.
HR 19-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AK8288
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 september 2003
- Zaaknummer
38 372
- LJN
AK8288
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AK8288, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑09‑2003
- Wetingang
Art. 6:10 Awb; art. 2:19 lid 6 BW; art. 2:23c lid 1 BW
Essentie
Aan in liquidatie getreden BV opgelegde navorderingsaanslag is niet van rechtswege nietig. Indien na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser opkomt, kan de vereffening ingevolge art. 2:23c, eerste lid, BW worden heropend. Aanvang bezwaartermijn in geval van (heropening) vereffening. Motiveringsklachten.
Uitspraak
Belanghebbende, X BV, is op 29 september 1995 in liquidatie getreden. De vereffening is op 5 maart 1996 geëindigd en daarna niet meer heropend. De navorderingsaanslag is gedagtekend 30 augustus 1997. Tegen deze aanslag is "namens de inmiddels geliquideerde vennootschap X BV" bezwaar en vervolgens beroep ingesteld. Daarbij zijn volmachten overgelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.