BNB 2000/343
Waardering woon-bedrijfspand bij staking. Ten aanzien van anderen gevolgde gedragslijn schept geen in rechte te beschermen vertrouwen
HR 14-07-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6516, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2000
- Magistraten
Jansen R.J.J.; Brunschot van; Vliet van; Amersfoort van; Lourens
- Zaaknummer
35 549
- Noot
R.H. Happé
- LJN
AA6516
- JCDI
JCDI:ADS888209:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6516, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2000
- Wetingang
Opgewekt vertrouwen; art. 7 Wet IB 1964
Essentie
Waardering woon-bedrijfspand bij staking. Ten aanzien van anderen gevolgde gedragslijn schept geen in rechte te beschermen vertrouwen
Samenvatting
Belanghebbende staakte in 1996 zijn onderneming en nam het pand waarin hij woonde en zijn bedrijf uitoefende en dat hij geheel tot zijn ondernemingsvermogen had gerekend, geheel in gebruik als woning. De factor zelfbewoning heeft in situaties als die van belanghebbende jarenlang geleid tot een waardering van het pand op 60% van de waarde vrij te aanvaarden. Met ingang van 1996 gaat de Inspecteur uit van een waarde van 80% van de waarde vrij te aanvaarden. Die wijziging in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.