FED 1998/626
Niet-gemotiveerd beroepschrift in cassatie. Ambtshalve niets gebleken van een grond waarop de uitspraak zou behoren te worden vernietigd. Beroep in cassatie niet-ontvankelijk
HR 31-08-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2360, m.nt. H.B. Hieltjes
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 augustus 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Vliet, van; Soest, van
- Zaaknummer
33 108
- Noot
H.B. Hieltjes
- LJN
AA2360
- JCDI
JCDI:ADS227603:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
Dividendbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2360, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑08‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑1998
- Wetingang
art. 6:5, 6:6 Wet Awb
Essentie
Niet-gemotiveerd beroepschrift in cassatie. Ambtshalve niets gebleken van een grond waarop de uitspraak zou behoren te worden vernietigd. Beroep in cassatie niet-ontvankelijk
Samenvatting
Beroepschrift in cassatie is niet gemotiveerd. Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden en de Hoge Raad ook ambtshalve niets is gebleken van een grond waarop 's hofs uitspraak zou behoren te worden vernietigd, zal de Hoge Raad belanghebbende in het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
Uitspraak
Het geschil betrof een naheffingsaanslag dividendbelasting 1988.
VASTSTAAT:
2.1 In 1988 heeft belanghebbende van B GmbH, gevestigd in de Bondsrepubliek Duitsland, 75 van haar geplaatste aandelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.