WFR 2002/299:Van vervanging naar herinvestering: de gebrekkige verruiming van substantialistisch denken

WFR 2002/299

Van vervanging naar herinvestering: de gebrekkige verruiming van substantialistisch denken

Documentgegevens:

Mr. E. Bos RA en drs. P.C. van der Vegt , datum 01-01-2002

Datum: 01-01-2002
Auteur: Mr. E. Bos RA en drs. P.C. van der Vegt 1
JCDI: JCDI:ADS25793:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
Wetingang: art. 3.54 Wet IB 2001; art. 3.64 Wet IB 2001; art. 3.8 Wet IB 2001; Wet VPB 1969

Op 1 januari 2001 is de vervangingsreserve omgevormd tot herinvesteringsreserve. Vanuit een theoretisch kader betekent deze omdoping een verdergaande intrede van substantialistische elementen in de jaarwinstbepaling. Op tal van punten heeft de wetgever het bij de concrete vormgeving van deze conceptuele verschuiving laten afweten. De thans gerealiseerde concretisering bestaat in wezen uit een inconsistente cocktail van vervangingsreserve-elementen en herinvesteringsreserve-elementen. In deze bijdrage wordt vanuit positief en normatief oogpunt aandacht besteed aan de contouren van de herinvesteringsreserveregeling.

1. Inleiding

Voor genieters van winst uit onderneming in de inkomstenbelastingsfeer en voor vennootschapsbelastingplichtige lichamen geldt de totaalwinst als referentiekader voor de vaststelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.