V-N 1999/13.24
LOONBELASTING Wet faciliteit voor de zeevaart: een zo oneigenlijk gebruik van de loonbelastingwetgeving dat toepassing aan het eind van het jaar, in plaats van op de inhoudingstijdstippen, was toegestaan. Begrip zeescheepvaartbedrijf
HR 17-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2666, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
33485
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2666
- JCDI
JCDI:ADS899907:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2666, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1999
- Wetingang
Art. 17 (teksten 1990 tot en met 1994) Wet LB
Essentie
LOONBELASTING Wet faciliteit voor de zeevaart: een zo oneigenlijk gebruik van de loonbelastingwetgeving dat toepassing aan het eind van het jaar, in plaats van op de inhoudingstijdstippen, was toegestaan. Begrip zeescheepvaartbedrijf
Samenvatting
Belanghebbende, een werkmaatschappij van een concern, exploiteert een sleepdienst-, bergings- en transportonderneming. Van haar daartoe gebruikte schepen waren de C en de D zeeschepen in de zin van de Zeebrievenwet. In de jaren 1990 tot en met 1992 is de C eenmaal ingezet op zee en heeft de D driemaal werkzaamheden verricht in buitenlandse havens. De werkzaamheden van belanghebbende vinden overigens voornamelijk plaats op binnenwateren. Belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.