BNB 1996/10
Voor de vraag of erflater binnen tien jaren nadat hij het Rijk metterwoon heeft verlaten, is overleden, is niet beslissend de dagtekening van de verklaring van zijn vermoedelijk overlijden doch de in die verklaring gestelde dag van overlijden
HR 18-10-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1548, m.nt. Laeijendecker
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 oktober 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Herrmann; Jansen, C.H.M.; Fleers
- Zaaknummer
29 922
- Noot
Laeijendecker
- LJN
AA1548
- JCDI
JCDI:ADS887449:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1548, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑10‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1548, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑10‑1995
- Wetingang
Opgewekt vertrouwen; Art. 3, eerste lid, art. 4, tweede lid, en art. 21 Successiewet 1956
Essentie
Voor de vraag of erflater binnen tien jaren nadat hij het Rijk metterwoon heeft verlaten, is overleden, is niet beslissend de dagtekening van de verklaring van zijn vermoedelijk overlijden doch de in die verklaring gestelde dag van overlijden
Samenvatting
Onderbewindstelling van het vermogen wegens afwezigheid heeft geen invloed op de waarde
Twee aanslagen opgelegd onder vermelding dat een van beide zal worden ingetrokken
Op 1 december 1974 heeft belanghebbendes vader, erflater, Nederland metterwoon verlaten. Of hij zich sedertdien weer in Nederland heeft gevestigd, is onbekend. Nadat bij beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 9 mei 1978 op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.