BNB 1991/36
HR, 21-11-1990, nr. 26 895
HR 21-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4452
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 november 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Zuurmond
- Zaaknummer
26 895
- LJN
ZC4452
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4452, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑11‑1990
- Wetingang
(Art. 46, derde lid, Wet IB 1964)
Samenvatting
Elektrische binnenlift: geen uitgave ter zake van ziekte
Belanghebbende, die wegens verlamming van beide benen zich nog slechts met een rolstoel kan verplaatsen, heeft, hoewel hij met het aanbrengen van een balanslift had kunnen volstaan, in zijn woning een plateaulift en een huislift laten aanbrengen met de daarvoor nodige bouwkundige voorzieningen.
HR: belanghebbendes opvatting dat de kosten van de aanleg van een elektrische binnenlift kunnen worden gerekend tot de uitgaven voor hulp- en kunstmiddelen in de zin van art. 46, derde lid, Wet IB 1964, is niet juist. De lift werd immers bestanddeel van het huis.