FED 2002/281
Sanctie omkering van de bewijslast per 1 januari 1994 heeft bij gebreke van overgangsrecht terugwerkende kracht
HR 29-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0867, m.nt. J.B.H. Röben
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2002
- Magistraten
Amersfoort, van; Berge, van den; Maanen, van
- Zaaknummer
36 655
- Noot
J.B.H. Röben
- LJN
AE0867
- JCDI
JCDI:ADS234132:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE0867, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2002
- Wetingang
Art. 29, tweede lid, AWR (oud)
Essentie
Sanctie omkering van de bewijslast per 1 januari 1994 heeft bij gebreke van overgangsrecht terugwerkende kracht
Samenvatting
Bij het opnemen van omkering van de bewijslast voor navorderingsaanslagen in art. 29, tweede lid, AWR per 1 januari 1994 is niet voorzien in overgangsrecht. Die wijziging heeft slechts betrekking op de vaststelling van de materiële belastingschuld. Nu de wijziging niet de materiële belastingschuld raakt heeft zij onmiddellijke werking.
Uitspraak
Het geschil betreft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1993.
VASTSTAAT:
2.1.1 Belanghebbende deed voor het onderhavige jaar geen aangifte. Met dagtekening 31 december 1994 heeft de inspecteur aan belanghebbende een aanslag opgelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.