BNB 2005/151
Overleggen van stukken ter zitting
HR 01-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3099, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 oktober 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
38 967
- Noot
E. Aardema
- LJN
AR3099
- JCDI
JCDI:ADS888949:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR3099, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑10‑2004
- Wetingang
Art. 8:58, eerste lid , Awb
Essentie
Overleggen van stukken ter zitting
Samenvatting
Art. 8:58, eerste lid, Awb beoogt een behoorlijk verloop van de procedure te waarborgen. Uit de strekking van de bepaling volgt dat de rechter - binnen het kader van een goede procesorde - de mogelijkheid heeft stukken die binnen tien dagen voor de zitting of eerst ter zitting zijn overgelegd al dan niet in de procedure toe te laten. Voor een afwijzend oordeel is evenwel onvoldoende redengevend de omstandigheid dat de Inspecteur al eerder had gewezen op de mogelijkheid de bewijsstukken over te leggen.
Uitspraak
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.