BNB 2003/101
Beweerde intracommunautaire levering; is het strenge bewijs dat wordt verlangd van het vervoer naar een andere lidstaat in strijd met (primair) EG-recht? Pleitbaar standpunt in relatie tot EG-recht
HR 20-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4369, m.nt. Bijl
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2002
- Magistraten
Zuurmond; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
36 622
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
Bijl
- LJN
AE4369
- JCDI
JCDI:ADS888606:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE4369, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4369, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2002
- Wetingang
Tabel II, post a6 Wet OB 1968; art. 12, eerste lid, Uitv.besl. OB 1968; art. 7A, 30, 34 en 95 EG-Verdrag NOOT *; art. 21, tweede lid, AWR
Essentie
Beweerde intracommunautaire levering; is het strenge bewijs dat wordt verlangd van het vervoer naar een andere lidstaat in strijd met (primair) EG-recht? Pleitbaar standpunt in relatie tot EG-recht
Samenvatting
Belanghebbende heeft pannensets verkocht aan twee buitenlandse afnemers. De goederen zijn door of namens de afnemers opgehaald. Belanghebbende heeft, ervan uitgaande dat sprake was van intra communautaire leveringen, geen omzetbelasting in rekening gebracht. De Inspecteur heeft een naheffingsaanslag opgelegd omdat belanghebbende niet in de zin van art. 12, eerste lid, Uitv.besl. OB 1968 door middel van boeken en bescheiden heeft doen blijken dat het nultarief van toepassing is. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.