HR, 18-02-1998, nr. 33 170
ECLI:NL:HR:1998:AA2449
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18-02-1998
- Zaaknummer
33 170
- LJN
AA2449
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1998:AA2449, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑1998; (Cassatie)
- Wetingang
- Vindplaatsen
BNB 1998/152 met annotatie van E. Aardema
FED 1998/215 met annotatie van J.J.M. JANSEN
WFR 1998/339
WFR 1998/339, 1
V-N 1998/24.21 met annotatie van Redactie
V-N 1998/11.3 met annotatie van Redactie
Uitspraak 18‑02‑1998
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van de Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 10 februari 1997 betreffende na te melden aan haar voor het jaar 1993 opgelegde aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen van de gemeente Zwolle. 1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende zijn voor het jaar 1993 wegens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van tachtig onroerende zaken, aangeduid als a-straat 1 te Z, op één aanslagbiljet verenigde aanslagen in de on roerende-zaakbelastingen van de gemeente Zwolle opgelegd. Deze aanslagen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Chef van het bureau belastingen van de gemeente Zwolle (hierna: de Chef) gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Chef in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht. 2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 18 februari 1998 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Fleers, Pos en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Boorsma, en op die datum in het openbaar uitgesproken. Bij ontstentenis van de voorzitter wordt dit arrest ondertekend door de raadsheer Zuurmond.