BNB 1999/166
Geen toepassing van het gelijkheidsbeginsel bij één ander geval. Conclusie A-G betreffende toepassing van het gelijkheidsbeginsel op landelijke schaal
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2585, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
32863
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
R.H. Happé
- LJN
AA2585
- JCDI
JCDI:ADS887992:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1998:AA2585, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑12‑1998
ECLI:NL:HR:1998:AA2585, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
Gelijkheidsbeginsel jo. art. 45, eerste lid, onderdeel h, Wet IB 1964
Essentie
Geen toepassing van het gelijkheidscommit; beginsel bij één ander geval. Conclusie A-G betreffende toepassing van het gelijkheidscommit; beginsel op landelijke schaal
Samenvatting
Bij verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap in verband met echtscheiding is de ex-echtgenote van belanghebbende overbedeeld. In cassatie wordt niet meer bestreden dat in dit geval geen sprake was van een afkoopsom terzake van alimentatie. Wel wordt opgekomen tegen 's Hofs oordeel dat belanghebbendes beroep op het gelijkheidsbeginsel reeds faalt omdat in het door belanghebbende genoemde vergelijkbare geval een andere eenheid van de Belastingdienst bevoegd was.
HR: Belanghebbende heeft slechts één ander geval genoemd. Er is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.