BNB 2000/168
Heffingsrente. Naheffingsaanslag omzetbelasting
HR 15-12-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA4066, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 1999
- Magistraten
Stoffer; Korthals Altes; Zuurmond; Pos; Monné
- Zaaknummer
33 369
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AA4066
- JCDI
JCDI:ADS888180:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA4066, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA4066, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑12‑1999
- Wetingang
Art. 30a, tweede lid, AWR (tekst 1995)
Essentie
Heffingsrente. Naheffingsaanslag omzetbelasting
Samenvatting
Belanghebbende heeft over het eerste kwartaal van 1992 op aangifte een bedrag aan omzetbelasting voldaan. Daarna heeft hij de Inspecteur geschreven dat zijn aangifte onjuist was, en hem verzocht een teruggaaf te verlenen van f 4381. De Inspecteur heeft dit bedrag op 15 april 1993 terugbetaald.
In 1995 heeft de Inspecteur, wederom na een verzoek van belanghebbende, het bedrag van f 4381 als toch te weinig betaalde belasting nageheven. Hij heeft daarbij heffingsrente berekend vanaf 1 januari 1993. Het Hof acht het berekenen van heffingsrente, gelet op art. 30a, tweede lid (tekst 1995), AWR ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.