BNB 2002/373
Aanvang redelijke termijn
HR 16-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AE8721
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 1999
- Magistraten
Stoffer; Pos; Beukenhorst; Monné; Kop
- Zaaknummer
34 473
- LJN
AE8721
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AE8721, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑06‑1999
- Wetingang
Essentie
Aanvang redelijke termijn
Samenvatting
De Duitse belastingdienst ontdekt in 1986 dat de in Nederland wonende belanghebbende in Duitsland beschikt over aanzienlijke banktegoeden. In 1991 kondigt de Duitse fiscus aan dat zij de Nederlandse belastingdienst zal informeren. De tegen die informatieverstrekking aangevoerde bezwaren worden in 1995 afgewezen, waarna de Nederlandse belastingdienst wordt ingelicht. Op 17 oktober 1995 stelt de Inspecteur bij belanghebbende een onderzoek in, dat in december 1995 leidt tot het opleggen van een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1990, met verhoging, ter zake van niet aangegeven vermogensinkomsten.
HR: De redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM vangt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.