FED 1995/889
HR, 29-11-1995, nr. 30 447
HR 29-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3162
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
30 447
- LJN
AA3162
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3162, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1995
- Wetingang
Uitspraak
De Voorzittersbeschikking is op 25 april 1994 ter post bezorgd. De verzetstermijn eindigde op 6 juni 1994. Het verzetschrift van belanghebbende, X, is eerst op 7 juni 1994 ter griffie van het hof ingekomen.
Het Hof Amsterdam verklaart X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk in zijn verzet.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
Indien een verzetschrift niet binnen de termijn van zes weken is ontvangen, dient de uitspraak van het gerechtshof, waarbij een belanghebbende niet-ontvankelijk wordt verklaard, de gronden in te houden waaruit blijkt dat ook na toepassing van het bepaalde in de art. 6:9, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.