FED 1996/33:Het hof veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding ondanks dat belanghebbendes beroep in het geheel wordt verworpen. Het hof doet dit omdat het standpunt van belanghebbende gebaseerd kon worden op de letterlijke uitlegging van de tekst van post a4 Tabel I van de Wet op de omzetbelasting 1968. Behalve belanghebbende stelt ook de staatssecretaris beroep in cassatie in omdat in zijn visie de inspecteur niet veroordeeld had kunnen worden tot vergoeding van proceskosten nu de inspecteur in het gelijk gesteld is en het niet aan de inspecteur heeft gelegen dat belanghebbende beroep heeft ingesteld. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de staatssecretaris nu veroordeling in de proceskosten door de wet niet afhankelijk is gesteld van verwijtbaarheid.