FED 2004/698
HR, 03-12-2004, nr. 39 787
HR 03-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR6885
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2004
- Zaaknummer
39 787
- LJN
AR6885
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR6885, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑2004
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, AWR; art. 42, derde, vierde en vijfde lid, Wet IB 1964; art. 10 en 16 Verdrag Nederland-Duitsland
Samenvatting
Inspecteur beging geen ambtelijk verzuim door niet de beantwoording van gestelde vragen af te wachten.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt in navolging van Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur mocht navorderen over het voordeel dat belanghebbende genoot van het privé-gebruik van de door zijn werkgever ter beschikking gestelde auto. De inspecteur heeft niet een ambtelijk verzuim begaan door niet de beantwoording door belanghebbende van de gestelde vragen met betrekking tot het privé-gebruik van een auto af te wachten. Toen het antwoord op die vragen uitbleef, was het gerechtvaardigd dat de inspecteur zelfstandig het onderzoek voortzette. De uitslag van dat onderzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.