BNB 2007/231
Inbrengwaarde; glijclausule
HR 08-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6564, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2007
- Magistraten
Brunschot, van; Amersfoort, van; Lourens; Bavinck; Leemreis
- Zaaknummer
42 680
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
BA6564
- JCDI
JCDI:ADS67547:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA6564, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2007
- Wetingang
Art. 18 Wet IB 1964; art. 8:72, vierde lid, Awb
Essentie
Inbrengwaarde; glijclausule
Samenvatting
Als omtrent de waarde in het economische verkeer van de inbreng een accountantsverklaring is afgelegd en een fiscale glijclausule is overeengekomen, dient de rechter, ingeval hij de waarde van de inbreng op een lager bedrag vaststelt, de zaak terug te verwijzen naar de inspecteur die bij het doen van zijn nieuwe uitspraak op bezwaar rekening houdt met hetgeen inmiddels is gebleken omtrent de aanpassing van de kapitalisatie op grond van de glijclausule.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.