BNB 1999/439
Terugwerkende kracht. Prejudiciële vragen over de uitleg van de begrippen lichamelijke zaken, verhuur en verpachting
HR 24-08-1999, AA2844 (Conclusie), m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 augustus 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Hammerstein; Lourens
- Zaaknummer
34 514
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- LJN
AA2844
- JCDI
JCDI:ADS888074:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Conclusie, Hoge Raad, 31‑12‑2001
ECLI:NL:HR:1999:AA2844, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑08‑1999
- Wetingang
Art. 3, tweede lid, en 11, eerste lid, onderdeel b, onder 5°, Wet OB 1968; art. 5, derde lid, en 13, letter B, onderdeel b en letter C, onderdeel a, Zesde richtlijn
Essentie
Terugwerkende kracht. Prejudiciële vragen over de uitleg van de begrippen lichamelijke zaken, verhuur en verpachting
Samenvatting
Een woningbouwvereniging richt op 28 april 1995 een stichting op en vestigt ten behoeve van die stichting voor tien jaren een recht van vruchtgebruik op een aantal nieuwbouwwoningen tegen een vergoeding die lager is dan de kostprijs van die woningen. In geschil is of de woningbouwvereniging de omzetbelasting die haar ter zake van de bouw van de woningen in rekening is gebracht, kan aftrekken.
HR: Het oordeel van het Hof, dat de terugwerkende kracht van de Wet van 18 december 1995, Stb. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.