FED 1988/531
Toepassing art. 31 AWR bij erfgenamen mogelijk, ook al is de gewraakte rechtshandeling door erflater verricht. In casu echter geen toepassing richtige heffing op emissie cumulatief preferente aandelen bij kinderen, aangezien niet in strijd met doel en strekking van de a.b.-regeling wordt gehandeld.
HR 11-05-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3833, m.nt. C.B. Bavinck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 mei 1988
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Stoffer; Verburgh; Wildeboer; Soest, Van
- Zaaknummer
25 006
- Noot
C.B. Bavinck
- LJN
ZC3833
- JCDI
JCDI:ADS205638:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3833, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑05‑1988
- Wetingang
Essentie
Toepassing art. 31 AWR bij erfgenamen mogelijk, ook al is de gewraakte rechtshandeling door erflater verricht. In casu echter geen toepassing richtige heffing op emissie cumulatief preferente aandelen bij kinderen, aangezien niet in strijd met doel en strekking van de a.b.-regeling wordt gehandeld.
Uitspraak
Vaststaat:
Belanghebbende, DX te Z, die in 1952 is geboren, was in 1981 zelfstandig als paramedicus in P werkzaam. Zijn moeder, Y, geboren op 13 maart 1915 en laatstelijk wonende te Z, is overleden op 1 december 1979. Tot 26 november 1979 was het geplaatste aandelenkapitaal van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.