FED 2004/356
HR, 18-06-2004, nr. 39 385: fictieve rente
HR 18-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1896 (fictieve rente)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 2004
- Zaaknummer
39 385
- LJN
AP1896
- Roepnaam
fictieve rente
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1896, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑2004
- Wetingang
Art. 24, vierde lid, Wet IB 1964; art. 3, tweede lid, en art. 11 verdrag Nederland-België 1970
Samenvatting
Nederland komt geen heffingsrecht toe over fictieve rente-inkomsten van in België woonachtige aandeelhouder.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt in navolging van Hof 's-Hertogenbosch dat Nederland geen heffingsrecht toekomt over de op grond van art. 24, vierde lid, Wet IB 1964, bij een in België woonachtige aandeelhouder, in aanmerking genomen fictieve rente. Het is niet toegestaan door het gebruik van ficties inkomsten die naar hun aard volgens het verdrag onder een bepaald verdragsartikel vallen, te bestempelen tot inkomsten die onder de omschrijving van een ander verdragsartikel komen te vallen dat die inkomsten aan Nederland ter heffing toewijst. Het restartikel is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.