BNB 1993/129
HR, 03-03-1993, nr. 28 868
HR 03-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5278, m.nt. Laeijendecker
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
28 868
- Noot
Laeijendecker
- LJN
ZC5278
- JCDI
JCDI:ADS887069:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5278, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1993
- Wetingang
(Art. 11 Successiewet 1956)
Samenvatting
Verkrijging krachtens verblijvensbeding of als testamentair erfgenaam? Waardebepaling verkregene
Erflaatster, die vanaf 1 januari 1966 tot aan haar overlijden op 26 september 1986 met belanghebbenden - haar broer en haar zuster - een landbouwbedrijf heeft uitgeoefend in firmaverband, heeft bij testament belanghebbenden voor gelijke delen tot haar erfgenamen benoemd. Tot haar nalatenschap behoort onder meer 30% van het vennootschapsvermogen.
Het Hof is bij de beantwoording van de vraag welke waarde aan het verkregene moet worden toegekend (going-concernwaarde of intrinsieke waarde) ervan uitgegaan dat belanghebbenden hebben verkregen als testamentaire erfgenamen en dat in casu de intrinsieke waarde beslissend is. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.