BNB 2002/281
Verkrijging krachtens derdenbeding
HR 07-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3825, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2002
- Magistraten
Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
36 559
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
AE3825
- JCDI
JCDI:ADS888492:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3825, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2002
- Wetingang
Art. 1, tweede lid, Successiewet 1956
Essentie
Verkrijging krachtens derdenbeding
Samenvatting
B heeft in 1998 bij notariële akte een tijdelijke lijfrente geschonken aan belanghebbende, een stichting, onder de bepaling de ontvangen termijnen binnen twee jaar uit te keren aan in de statuten van belanghebbende aangeduide personen en lichamen. De schenker kan nader aangeven aan welke (rechts-)personen de geschonken bedragen dienen te worden uitgekeerd. Volgens het Hof is sprake van een derdenbeding.
HR: Ingevolge art. 1, tweede lid, successiewet 1956 verkrijgt in zo'n geval de derde krachtens schenking van degene die het derdenbeding heeft gemaakt. Van zodanige verkrijging krachtens schenking door een derde is sprake zodra ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.