FED 2011/22
De belastingrechter dient bij voorkeur zelf in de zaak te voorzien. Een onroerende zaak dient ingevolge de Wet WOZ in beginsel ofwel op de WEV ofwel op de GVW te worden gewaardeerd. Waarderingsmix niet toegestaan?
HR 28-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2132, m.nt. J.A. Monsma
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
28 januari 2011
- Magistraten
den Berge, van; Schaap; Tijnagel; Feteris; Koopman
- Zaaknummer
10/00648
- Noot
J.A. Monsma
- LJN
BP2132
- JCDI
JCDI:ADS198532:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2132, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 28‑01‑2011
- Wetingang
Art. 17 Wet WOZ
Essentie
De belastingrechter dient bij voorkeur zelf in de zaak te voorzien. Een onroerende zaak dient ingevolge de Wet WOZ in commit; beginsel ofwel op de WEV ofwel op de GVW te worden gewaardeerd. Waarderingsmix niet toegestaan?
Samenvatting
Het geschil betreft de WOZ-beschikking 2006.
Uitspraak
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN B&W (ROTTERDAM) OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1. Ten aanzien van belanghebbende zijn bij beschikkingen op de voet van de Wet WOZ de waarden van de onroerende zaken b-straat 1 en a-straat 1 te Z (hierna: de onroerende zaken) voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.