FED 1996/938
HR, 13-11-1996, nr. 31 491
HR 13-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1762
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
31 491
- LJN
AA1762
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1762, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑1996
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, draagt per 31 december 1991 zijn landbouwonderneming over aan zijn zoon. Tot het ondernemingsvermogen behoorde een boerderij, waarvan het woongedeelte door X en zijn echtgenote werd bewoond. De feitelijke levering en aanvaarding vindt op 1 januari 1992 plaats, met dien verstande dat het woongedeelte en de tuin bij X en zijn echtgenote met ingang van 1 januari 1992 in huur blijven. De waarde van de woning per 1 januari 1992 beloopt in vrij opleverbare staat f 68 333 en in bewoonde staat f 41 000.
In geschil is of het verschil tussen de waarde in vrij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.