BNB 1969/214
HR, 04-06-1969, nr. 16 140
HR 04-06-1969, ECLI:NL:HR:1969:AX5868, m.nt. J. van Soest
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 1969
- Magistraten
Rijn Van Alkemade, Van; Eijssen; Hollander; Linde, Van Der; Vroom
- Zaaknummer
16 140
- Noot
J. van Soest
- LJN
AX5868
- JCDI
JCDI:ADS885142:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AX5868, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑06‑1969
- Wetingang
(Art. 46 lid 1 en 64 lid 1 IB '64; art. 1 en 17 WARB)
Samenvatting
Hof: De begrafeniskosten van belangh.s echtgenote konden uit de nalatenschap worden betaald. Belangh. betaalde deze kosten geheel, maar dit moet worden beschouwd als vrijgevigheid jegens zijn mede-erfgenamen zodat hun deel niet op belangh. drukte. Het overblijvende is minder dan 4% van het zuiver inkomen, verminderd met de persoonlijke verplichting
De toelichting op dit punt bij het aangiftebiljet A voor 1966 betekent dat slechts als buitengewone last kan worden aangemerkt dat deel der kosten dat overeenstemt met het civielrechtelijk aandeel in de nalatenschap.
HR: Nu de kosten uit de nalatenschap konden worden bestreden vormden zij noch geheel, noch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.