BNB 2000/266
Ontbreken tweede feitelijke instantie. Proceskostenveroordeling
HR 14-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6197, m.nt. J. van Soest
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Zuurmond; Pos; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
33 557
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
J. van Soest
- LJN
AA6197
- JCDI
JCDI:ADS888171:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6197, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6197, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑06‑2000
- Wetingang
Art. 14, vijfde lid, IVBPR; art. 5a Wet ARB
Essentie
Ontbreken tweede feitelijke instantie. Proceskostenveroordeling
Samenvatting
De ambtshalve opgelegde naheffingsaanslag overschotheffing met een verhoging van 100% is in de loop van het geding ambtshalve verminderd, waarbij de verhoging is teruggebracht tot 10%.
HR: Voorzover met het beroep op artikel 14, vijfde lid, IVBPR, is bedoeld dat de rechter artikel 21 AWR (oud) buiten toepassing had moeten laten op grond van onverenigbaarheid van die wetsbepaling met art. 14, vijfde lid, IVBPR, faalt dit betoog omdat, gesteld al dat deze bepaling met 'reviewed by a higher tribunal' mede het oog zou hebben op een nieuwe beoordeling van feitelijke aard, de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.