BNB 1994/207
HR, 27-04-1994, nr. 28 239
HR 27-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5654, m.nt. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 april 1994
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann
- Zaaknummer
28 239
- Noot
Zwemmer
- LJN
ZC5654
- JCDI
JCDI:ADS887231:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5654, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑04‑1994
- Wetingang
Art. 35, vierde lid, Wet BRV, art. 11 en 12 Uitv.besluit BRV-tekst 1989;art. 7 Richtlijn van 17 juli 1969 betreffende indirecte belastingen op bijeenbrengen van kapitaal; art. 27, vierde lid, Verdrag met Zweden (inkomen en vermogen)van 12 maart 1968
Samenvatting
Kapitaalsbelasting. Inbreng van 100%-aandelenpakket door Zweedse moedermaatschappij: geen tak van bedrijvigheid, wel een zelfstandig onderdeel van een onderneming. Volledige vrijstelling
Belanghebbende, een volledige dochtermaatschappij van een in Zweden gevestigde vennootschap, heeft op 3 januari 1989 f 16 000 000 nominaal aandelen uitgegeven aan de moedermaatschappij, die ter volstorting daarvan heeft ingebracht alle aandelen in een in Italie gevestigde vennootschap, een en ander in het kader van een herstructurering van het concern waarbij de concernfinanciering naar belanghebbende is overgebracht. Het vermogen van de Italiaanse vennootschap bestond uitsluitend uit liquide middelen.
HR: 1. Onjuist is de opvatting van belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.