FED 1988/547
Nieuw feit rechtvaardigt navordering ook al had de belastingheffing reeds bij de primitieve aanslag kunnen plaatsvinden op grond van andere alstoen reeds bekende feiten.
HR 04-05-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3828, m.nt. F.J. Streppel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 mei 1988
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Verburgh; Mijnssen; Wildeboer
- Zaaknummer
25 370
- Noot
F.J. Streppel
- LJN
ZC3828
- JCDI
JCDI:ADS238978:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3828, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑05‑1988
- Wetingang
Essentie
Nieuw feit rechtvaardigt navordering ook al had de belastingheffing reeds bij de primitieve aanslag kunnen plaatsvinden op grond van andere alstoen reeds bekende feiten.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1979.
Vaststaat:
Op 28 september 1978 sloot belanghebbende, X te Z, een overeenkomst van lijfrente met het echtpaar A, wonende in Belgie. Een fotokopie van deze overeenkomst behoort tot de stukken, de inhoud ervan geldt als hier opgenomen. De heer en mevrouw A betaalden op die dag een koopsom van f 600 000 ten einde een recht op een lijfrente-uitkering te verkrijgen van zes termijnen van f ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.