FED 2006/47
Bewaarverzuim voldoende ernstig om als grondslag voor omkering van de bewijslast te dienen
HR 27-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AR6478, m.nt. A.K.H. Klein Sprokkelhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
39 104
- Noot
A.K.H. Klein Sprokkelhorst
- LJN
AR6478
- JCDI
JCDI:ADS235260:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AR6478, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AR6478, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2006
- Wetingang
Art. 52, vierde en zesde lid, jo. art. 27e, onderdeel b, AWR
Essentie
Bewaarverzuim voldoende ernstig om als grondslag voor omkering van de bewijslast te dienen
Samenvatting
Bij facturen behorende specificaties waren voor de controle van de loonadministratie van wezenlijk belang. Nu deze ontbraken, was het bewaarverzuim voldoende ernstig om te kunnen dienen als grondslag voor de gevolgtrekking dat omkering (verschuiving en verzwaring) van de bewijslast gerechtvaardigd was.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag in de loonbelasting/premieheffing over het tijdvak 1 januari t/m 31 december 1995.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3 Beoordeling van de middelen
3.1. Het Hof heeft op grond van onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.