BNB 1995/12
HR, 02-11-1994, nr. 29 595
HR 02-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2989, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 1994
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann
- Zaaknummer
29 595
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
AA2989
- JCDI
JCDI:ADS887262:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2989, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑1994
- Wetingang
Art. 11, vierde lid, AWR jo. art. 281 gemeentewet - tekst 1988;Verordening precario- en reclamebelasting 1983 Amsterdam
Samenvatting
Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld
Aan belanghebbende is een aanslag, gedateerd 31 juli 1988, in de precario- en reclamebelasting van de gemeente Amsterdam opgelegd voor het belastingjaar 1988, tijdvak 12 februari 1988 tot en met 31 maart 1988. Het Hof heeft de aanslag vernietigd omdat deze slechts voor een deel van de in het kalenderjaar verschuldigde belasting is opgelegd.
HR: ingeval de grootte van de belastingschuld eerst kan worden vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven - en de belastingplicht niet in de loop van dat tijdvak eindigt - kan een definitieve aanslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.