FED 1993/9
Pensioen-BV. Een belegging in een vordering op een werkmaatschappij staat de subjectieve vrijstelling niet in de weg. Ook niet wanneer de pensioen-BV bij de overdracht van de pensioenverplichting door de werkmaatschappij onvoldoende dekking verkrijgt.
HR 21-10-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5130, m.nt. R.F.C. Spek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 1992
- Magistraten
Jansen; Moor, De; Bellaart; Korthals Altes; Linde, Van Der; Verburg
- Zaaknummer
27 527
- Noot
R.F.C. Spek
- LJN
ZC5130
- JCDI
JCDI:ADS213316:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5130, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑1992
- Wetingang
Art. 5, onderdeel b, Wet Vpb. 1969; art. 3 Uitv.besl. Vpb. 1971
Essentie
Pensioen-BV. Een belegging in een vordering op een werkmaatschappij staat de subjectieve vrijstelling niet in de weg. Ook niet wanneer de pensioen-BV bij de overdracht van de pensioenverplichting door de werkmaatschappij onvoldoende dekking verkrijgt.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1984
Vaststaat:
3.1. Belanghebbende is opgericht op 5 september 1978. Oprichters waren B en C. Laatstgenoemde nam deel voor één aandeel van f 100 hetwelk hij onmiddellijk na de oprichting overdroeg aan de heer B.
3.2. Het geplaatste en volgestorte kapitaal van belanghebbende beloopt f 35 100.
3.3. Kort na de oprichting heeft evengenoemde heer B ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.