BNB 1997/174
Inbreng firma-aandeel in maatschap met echtgenoot
HR 12-02-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2096, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, an der; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 041
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AA2096
- JCDI
JCDI:ADS887693:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2096, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2096, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑02‑1997
- Wetingang
Art. 6 Wet IB 1964
Essentie
Inbreng firma-aandeel in maatschap met echtgenoot
Samenvatting
Belanghebbende sluit met zijn echtgenote, waarmee hij in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd, een overeenkomst van maatschap; in de maatschap wordt ingebracht door ieder der maten arbeid, kennis en vlijt, door de echtgenote voorts haar aandeel in een vennootschap onder firma - exploitante van een bakkerij -, door belanghebbende zijn financiële belangen in de firma als meewerkende echtgenoot; belanghebbende en de echtgenote zijn ieder voor de helft gerechtigd tot de resultaten van de (onder)maatschap.
HR: Belanghebbende drijft door middel van zijn deelname in de (onder)maatschap een onderneming in de zin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.