V-N 2002/20.10:VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Splitsing. Voor fiscale faciliteit bij splitsing is voldoende dat belastingfraude of belastingontwijking niet één van de hoofddoelen is

V-N 2002/20.10

VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Splitsing. Voor fiscale faciliteit bij splitsing is voldoende dat belastingfraude of belastingontwijking niet één van de hoofddoelen is

Documentgegevens:

Hof Amsterdam 30-01-2002, ECLI:NL:GHAMS:2002:AD9549, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hof Amsterdam
Datum: 30 januari 2002
Magistraten: Smit; Loon, van; Blokland
Zaaknummer: 00/01358
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AD9549
JCDI: JCDI:ADS226359:1
Vakgebied(en): Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:GHAMS:2002:AD9549, Uitspraak, Hof Amsterdam, 30‑01‑2002
Wetingang: Art. 14a Wet Vpb 1969 (tekst 2000 en 2001); art. 68a Wet IB 1964 (tekst 2000) ; art. 3.56 Wet IB 2001

Essentie

Samenvatting

Het is voldoende aannemelijk dat het hoofddoel van de voorgenomen splitsing niet is belastingfraude of belastingontwijking. De splitsing is niet in overwegende mate gericht op het ontgaan en uitstellen van belasting.

De aandelen in X BV worden gehouden door drie broers. Na de splitsing verdwijnt X BV en wordt elke broer enig aandeelhouder van een nieuw opgerichte holding, die een derde deel bezit van de dochtermaatschappij van X BV. Elke holding bezit de eigen pensioenverplichting en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.