BNB 2006/302
Bezwaar tegen ambtshalve verleende vermindering moet niet worden afgewezen, maar dient niet-ontvankelijk te worden verklaard
HR 21-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AT3051, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2006
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Streefkerk
- Zaaknummer
41 033
- Conclusie
A-G mr. Niessen
- Noot
R.H. Happé
- LJN
AT3051
- JCDI
JCDI:ADS889213:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AT3051, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AT3051, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2006
- Wetingang
Art. 23, eerste lid (tekst tot en met 2004) en art. 26, eerste lid, AWR; art. 8:55, zevende lid, Awb)
Essentie
Bezwaar tegen ambtshalve verleende vermindering moet niet worden afgewezen, maar dient niet-ontvankelijk te worden verklaard
Samenvatting
Een ambtshalve verleende vermindering is niet een voor bezwaar vatbare beschikking. Met betrekking tot een zodanige beslissing kan slechts een vordering bij de burgerlijke rechter worden ingesteld. Belanghebbende heeft de brief van de Inspecteur waarbij hij haar bezwaar tegen de haar ambtshalve verleende vermindering afwees klaarblijkelijk opgevat - en heeft dat redelijkerwijs kunnen en mogen doen - als uitspraak op haar bezwaarschrift. Het Hof had daarom belanghebbende niet niet-ontvankelijk moeten verklaren, maar haar in haar beroep moeten ontvangen en het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.