BNB 1988/292
HR, 22-06-1988, nr. 24998
HR 22-06-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3854, m.nt. J.P. Scheltens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 1988
- Magistraten
Royer; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
24998
- Noot
J.P. Scheltens
- LJN
ZC3854
- JCDI
JCDI:ADS886585:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3854, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑1988
- Wetingang
(Artt. 23 en 26 AWR jis. artt. 18, lid 1, en 21, lid 1, eerste volzin, AWR en art. 16 MB '66; art. 6, lid 1, EVRM)
Samenvatting
Termijnoverschrijding bij bezwaar en beroep door bel.pl. aan wie een verhoging is opgelegd. Stelplicht en bewijslast MBt. de ontvankelijkheid t.a.v. de gehele aanslag
De regel volgens welke een na afloop van de gestelde termijn gemaakt bezwaar c.q. ingesteld beroep n-o is, moet buiten toepassing blijven indien de bel.pl. aan wie een verhoging is opgelegd, stelt dat, en op welke grond, de termijnoverschrijding niet aan hem is toe te rekenen; de niet-ontvankelijkheid kan alsdan slechts worden uitgesproken indien de onjuistheid van deze stelling wordt bewezen.
Nu een gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van een bezwaar of beroep in het stelsel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.