BNB 1998/277
Vertraagde heffing door onjuiste voorlopige aangifte. Renteschade voor de Staat. Legaliteitsbeginsel
HR 08-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC7062, m.nt. J. den Boer (Staat/Lenger)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 mei 1998
- Magistraten
Snijders; Korthals Altes; Neleman; Herrmann; Jansen
- Zaaknummer
16553
C97/032
- Conclusie
A-G mr. Mok
- Noot
J. den Boer
- LJN
ZC7062
- Roepnaam
Staat/Lenger
- JCDI
JCDI:ADS887906:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC7062, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑05‑1998
- Wetingang
Art. 104 Grondwet; art. 6:162 BW; art. 30a en 30c AWR, tekst vóór 1 juni 1996
Essentie
Vertraagde heffing door onjuiste voorlopige aangifte. Renteschade voor de Staat. Legaliteitscommit; beginsel
Samenvatting
Bij een op 23 maart 1990 namens A door maatschap B gedaan verzoek om uitstel voor het doen van definitieve aangifte voor de inkomstenbelasting over 1989 is een voorlopige aangifte gedaan naar een inkomen van f 50 000. In feite heeft A daarenboven winst uit aanmerkelijk belang genoten, terzake waarvan hij ten minste f 5 427 488 inkomstenbelasting verschuldigd was. De Inspecteur heeft naar aanleiding van deze aangifte geen voorlopige aanslag opgelegd. Op 31 maart 1992 is na een onderzoek alsnog een voorlopige aanslag opgelegd ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.