BNB 2006/67
Rioolafvoerrecht treft alleen grote lozers. Toetsing aan redelijke maatstaf voor kostentoerekening
HR 02-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU7349, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2005
- Magistraten
Pos; Monné,; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
39275
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AU7349
- JCDI
JCDI:ADS889069:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU7349, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2005
- Wetingang
Gelijkheidsbeginsel, evenredigheidsbeginsel, verbod van willekeur; art. 227, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, en art. 229 Gemeentewet (tekst 1994); Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten Amsterdam 1992
Essentie
Rioolafvoerrecht treft alleen grote lozers. Toetsing aan redelijke maatstaf voor kostentoerekening
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2001/404*.
De gemeente Amsterdam heft, naast een rioolaansluitrecht, een rioolafvoerrecht per volle eenheid van 300 m3 afvalwater die wordt geloosd op de gemeentelijke riolering. Daardoor blijft 98,5 percent van de gebruikers van de riolering, die samen 2/3 afvoeren van de totale hoeveelheid afvalwater, buiten de heffing van het afvoerrecht. Belanghebbende is een grote lozer die wel in de heffing wordt betrokken. Zij loost het overgrote deel van het ingenomen leidingwater op het IJ, dat deel uitmaakt van het rioleringsstelsel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.