V-N 2007/51.24
OMZETBELASTING. EUROPEES RECHT Gemeenschapsrecht. Aftrek voorbelasting. Vermogensetikettering. Prejudiciële vragen over vooraftrek bij gemengd gebruik niet-investeringsgoederen en diensten
HR 02-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB0414, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 2007
- Magistraten
Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens; Leemreis; Punt
- Zaaknummer
42415
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BB0414
- JCDI
JCDI:ADS906328:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB0414, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB0414, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2007
- Wetingang
Art. 15 Wet OB 1968; art. 6Richtlijn 77/388/EEG
Essentie
OMZETBELASTING. EUROPEES RECHT Gemeenschapsrecht. Aftrek voorbelasting. Vermogensetikettering. Prejudiciële vragen over vooraftrek bij gemengd gebruik niet-investeringsgoederen en diensten
Samenvatting
Belanghebbende, X, heeft primair tot doel het bevorderen van de belangen van de agrarische sector en de agrarische ondernemers in de noordelijke provincies. Naast algemene belangenbehartiging verricht X tegen vergoeding commerciële werkzaamheden waarvoor zij een afzonderlijke vergoeding berekent. De laatste activiteiten vormen voor de omzetbelasting belaste activiteiten. Hof Leeuwarden oordeelt dat X geen btw in aftrek kan brengen voor zover zij de goederen en diensten in het kader van de algemene belangenbehartiging bezigt.
De Hoge Raad oordeelt dat redelijkerwijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.